George Vlug - Commercieel directeur bij NOVI Hogeschool
Nederland kampt al jaren met grote tekorten op de IT-arbeidsmarkt en de prognoses zijn dat deze tekorten nog verder zullen groeien. De arbeidsmobiliteit van professionals in de IT is essentieel bij het vinden van een oplossing om de IT-arbeidsmarkt weer vlot te trekken. Om deze mobiliteit te realiseren moeten echter de IT-professionals wel beschikken over actuele kennis en de juiste diploma’s. Juist daar zit het probleem. Werkenden in Nederland nemen slechts in beperkte mate deel aan duaal en deeltijd onderwijs. De minimale hbo-eis, zoals veel organisaties die hanteren, zet daarmee in veel gevallen een rem op de ontwikkeling. Het Hbo Functiecertificaat biedt hiervoor een alternatieve oplossing.
Het is algemeen bekend; Nederland kampt met grote tekorten in de IT-sector.
Vooral op hoger en wetenschappelijk beroepsniveau zijn er veel moeilijk vervulbare vacatures. Het gaat dan vaak om programmeurs voor specifieke talen zoals Java en dot.net en ook bestaat een groeiende vraag naar security specialisten, business intelligence analisten, systeemontwikkelaars, webdevelopers en testers.
Het is een probleem van nu, maar het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht verwacht dat er ook in de toekomst grote knelpunten zullen zijn in de ICT markt. Dit komt vooral door aanhoudende tekorten, onder andere bij de 'Software- en applicatieontwikkelaars'. Deze tekorten nemen alleen maar meer toe doordat ook sectoren als de zorg en industrie, een steeds groter vraag hebben naar hooggeschoolde IT’ers1.
Uit het initieel onderwijs stromen niet voldoende mensen uit om het hoofd te bieden aan deze ontwikkeling. Het helpt niet mee dat slechts 44%2 van de studenten die na het voortgezet onderwijs kiest voor een hbo- of wo-opleiding in de ICT, de opleiding ook daadwerkelijk afmaakt.
Organisaties blijven ondanks hun tekorten vaak rigide vast houden aan de gestelde hbo- of wo-eis voor hun vacatures. Hierdoor kan het bestaan dat ondanks de grote tekorten het aantal werkzoekende IT’ers in Nederland steeds rond de 11.000 blijft liggen3. De werkzoekenden, voldoen vaak niet aan de benodigde actuele kennis van zaken en beschikken niet over het, als minimum gestelde, hbo-diploma.
Om de tekorten op de IT-arbeidsmarkt te verkleinen is de mobiliteit van bestaande IT-werknemers binnen organisaties dus essentieel. De minimale hbo-eis geldt echter inmiddels ook steeds vaker intern bij dezelfde organisatie. Werkgevers stellen dat hbo werk- en denkniveau onderbouwd moet kunnen worden met een bachelor getuigschrift. Of dit getuigschrift behaald is in een relevante richting is vaak niet doorslaggevend. Toch is dit voor veel werkenden zonder bachelor een probleem.
De participatie van werkenden en volwassenen in het formeel onderwijs is in Nederland namelijk al jaren een probleem dat zich in toenemende mate negatief ontwikkelt. Wanneer deze participatie in het duaal en deeltijd onderwijs wordt vergeleken met andere landen zoals de Verenigde staten, Groot Brittanië en de Scandinavische landen is de conclusie dramatisch. Nederland staat er internationaal niet goed op. Het formeel onderwijs en de manier waarop dat is georganiseerd voor werkenden spreekt hen blijkbaar niet aan. Het is te star en te sterk gefocust op het aanbod in plaats van op de markt, laat staan de vraag van het individu. Private opleidingsinstellingen laten een duidelijk beter beeld zien, maar kosten overwegend meer dan de bekostigde instellingen en zijn vaak ook in hun bereik veel minder slagvaardig dan de grote, door de overheid gefinancierde, instellingen4.
De wens dat de bestaande IT-populatie zonder hbo-diploma zich massaal om- en bijschoolt om weer mee te kunnen doen op de IT-arbeidsmarkt lijkt dus weinig hoopvol. Wat zegt dat over de hbo-eis van al die werkgevers en hun vacatures?
Waarom is een hbo-eis slecht voor de arbeidsmobiliteit?
De hbo-eis legt binnen veel organisaties die deze eis hanteren een last op de groei en mobiliteit van de organisatie. Het creëert een patstelling die niet makkelijk te doorbreken is. Immers, het behalen van een hbo-diploma duurt bij veel instellingen jaren en vraagt ook privé om een behoorlijke tijdsinvestering. Tot die inspanning is maar een klein deel van de ‘lager geschoolde’ populatie bereid.
Het gevolg is dat de hbo-eis zorgt voor een slot op de doorstroom. Werknemers mogen zonder het relevante diploma vaak niet doorstromen naar hogere functies (in functie- en/of salarisschaal). Zij houden daarmee plekken bezet voor de jonge professionals die, mogelijk wel met een diploma, willen doorstromen naar dezelfde functies. De ‘lager geschoolde’ werknemer blijft zitten en hoe langer hij dit doet, hoe ongelukkiger hij wordt. Zijn perspectief verdwijnt en hetzelfde gebeurt met zijn motivatie. Zijn wil om zich verder te ontwikkelen neemt zienderogen af. Dit terwijl ontwikkeling juist een absolute must is voor elke IT’er, werkend in een landschap waar technieken en methodieken uiterst snel veranderen. Zonder de intrinsieke motivatie om te ontwikkelen, veroudert kennis snel en neemt de relevantie van de kennis op de werkvloer af. Dit maakt organisaties minder adaptief en niet goed in staat te reageren op ontwikkelingen in de markt.
Waarom kiezen organisaties dan voor een hbo-eis?
IT heeft zich in de afgelopen decennia ontwikkeld tot een volwassen vakgebied. Daar waar de IT niet eens zo lang geleden nog een staf-afdeling was waar je naartoe ging als je problemen had met je pc, is IT inmiddels een onmisbaar onderdeel binnen praktisch alle gelederen van een organisatie. Het is essentieel voor de vitale processen van organisaties, hun veiligheid en het contact met de consument. Ter illustratie: tussen 2013 en 2016 groeide het aantal banen voor werknemers in de IT met 18 duizend naar 245 duizend5.
Dit heeft de manier waarop er tegen IT-professionals aan wordt gekeken en dat wat van hen wordt gevraagd, drastisch veranderd. Niet alleen voor de inzet van professionals binnen hun eigen organisatie, maar ook wanneer er processen door aanbesteding worden uitbesteed is het aantoonbare hbo-niveau vaak een harde eis. Hebben jouw mensen dat niet, dan kom je als toeleverende dienst simpelweg op ‘het verkeerde stapeltje’ te liggen.
Daarbij komt dat veel van de IT-functies ook daadwerkelijk vragen om een hbo werk- en denkniveau. Het zijn niet louter operationele functies, maar vragen een breed theoretisch kader, inzicht en inschattingsvermogen. Een goede IT’er is al lang niet meer enkel techneut. Hij moet vaak ook kunnen samenwerken met ‘de business’, zich kunnen inleven in de klant en zijn boodschap kunnen overbrengen op het management. Praktische competenties die passen bij het profiel van een bachelor-afgestudeerde. De makkelijkste en meest veilige manier om dit gewenste niveau te onderbouwen is dan ook een bachelor getuigschrift. Maar waar dit aan voorbij gaat is het feit dat de hbo-ICT opleidingen overwegend een generiek profiel kennen en per definitie niet functiegericht zijn. Het bevat dus tal van onderwerpen die niet direct bijdragen aan een verbeterde inzetbaarheid van de professional, of het werk- en denkniveau van de professional, terwijl het daarom allemaal te doen is. Het is ‘overkill’ en werkt de voortgang van de organisatie eerder tegen dan dat het helpt.
Het huidige systeem mist een alternatief. Het mist een doelgericht onderwijsaanbod dat professionals helpt juist die competenties op hbo-niveau te ontwikkelen (of aan te tonen) die passen bij zijn of haar professionele profiel.
Hbo Functiecertificaat
NOVI Hogeschool, een hbo-opleider specifiek voor de IT, is deze zomer gestart met een pilot omtrent de zogenaamde Hbo Functiecertificaten.
Met het Hbo Functiecertificaat wordt een curriculum opgesteld per functiegroep. Deze curricula worden vastgesteld aan de hand van een e-CF profiel (European e-competence framework, een breedgedragen raamwerk voor competenties in de IT-sector).
Professionals kunnen samen met de hogeschool bespreken welk functieprofiel het best past bij hun rol binnen de organisatie. Vervolgens wordt ook gekeken welke competenties de professional al bezit, zodat deze later bewezen kunnen worden en hier geen ‘vakken’ voor gevolgd hoeven worden. Wat overblijft zijn alleen die vakken die de professional nodig heeft om aan te tonen dat hij binnen zijn functie beschikt over het gevraagde hbo werk- en denkniveau. Om dit ook te kunnen aantonen aan derden (bijvoorbeeld zijn werkgever), ontvangt de professional een Hbo Functiecertificaat. Dit certificaat laat precies zien welke competenties de professional beheerst, in relatie tot de functie die hij heeft en op welke manier hij deze competenties heeft verworven.
Bachelor getuigschrift versus een Hbo Functiecertificaat
Het één is niet beter dan het ander. Het zijn simpelweg twee verschillende soorten diploma’s. Een bachelor getuigschrift verliest nog altijd niets van zijn waarde. Het geeft de student een brede kijk op het vakgebied en leert de brug te slaan tussen theorie en praktijk. Het biedt daarom vaak een goede basis voor de verdere ontwikkeling en/of carrière van een professional.
Het Hbo Functiecertificaat is doelgerichter. Het biedt een alternatief voor de wens van een werkgever te weten ‘wat voor vlees hij in de kuip heeft’, en voor de werknemer biedt het richting aan diens ontwikkeling voor de korte en middellange termijn.
Het doel van de pilot is om vast te stellen of het Hbo Functiecertificaat helpt professionals weer in de studiebanken te krijgen door hen een acceptabele horizon te bieden. De reguliere 4 jaar voor een volledige hbo opleiding is vaak een tijdshorizon die voor de gemiddelde volwassene, met kinderen, verplichtingen, een drukke baan en dito sociaal leven, vaak lastig is te overzien.
Het traject om tot een Hbo Functiecertificaat te komen is een combinatie van blended learning (een leerweg waarin online onderwijs en praktijkgerichte bijeenkomsten worden gecombineerd) en EVC (een proces waarbij reeds opgedane ervaring in kaart word gebracht en gevalideerd). Het is de verwachting dat de meeste professionals al binnen een periode van een half jaar tot een jaar in staat zijn hun Hbo Functiecertificaat te behalen.
Dit helpt de professional stappen te zetten in zijn carrière. Wanneer deze een nieuwe functie betreedt, begint dit proces weer opnieuw en kan de professional zich de missende competenties voor zijn nieuwe rol eigen maken. Deels in de praktijk en deels bij de hogeschool.
Het doel van het Hbo Functiecertificaat is om ook het formeel leren weer een logisch onderdeel te maken van de professionele ontwikkeling.
Pilot met werkgevers
Studenten kunnen zich dit jaar nog niet zelf inschrijven voor deze pilot bij NOVI Hogeschool. Werkgevers kunnen zich al wel aansluiten. Deze zomer zullen 100 plaatsen beschikbaar worden gesteld. Met de werkgevers wordt het traject uitgebreid geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie zullen beschikbaar worden gesteld aan alle deeltijdopleiders en openbaar beschikbaar zijn.
Ook zijn er middelen vanuit de overheid beschikbaar die het participeren in de pilot aantrekkelijk maken. Zo kan er gebruik worden gemaakt van zogenaamde onderwijsvouchers en is er een subsidie voor de praktijkbegeleiding door de werkgever.
Bronnen
1 ROA - De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022
2 Cijfers volgens Centrum Hoger Onderwijs Informatie (C.H.O.I.)
3 https://www.agconnect.nl/artikel/nog-altijd-ruim-11000-werklozen-de-it
4 Adviescommissie ‘Flexibel hoger onderwijs voor werkenden’ - Rapport: Flexibel Hoger Onderwijs voor Volwassenen
5 UWV Arbeidsmarktprognose 2017-2018