George Vlug - Commercieel directeur bij NOVI Hogeschool
Bootcamps zijn hot. De korte intensieve functiegerichte opleidingstrajecten beloven de professionals die u zoekt in no-time te ontwikkelen. Maar lukt dit ook? Het eerlijke antwoord is; nee. Vaak niet. Een bootcamp is namelijk een totaal ander soort onderwijs dan wat veel opleiders gewend zijn.
Gelukkig zijn er wel goede voorbeelden. Het kan dus wel maar, wat maakt dan dat een bootcamp wel kan slagen? Je kunt letten op de volgende kenmerken:
1- De juiste mensen in de klas
Een succesvolle bootcamp begint bij de selectie. Niet iedereen kan een bootcamp aan en de gap tussen het startprofiel en het doelprofiel moet realistisch zijn. Bij NOVI maken we daarom altijd een doelprofiel op basis van het e-CF en een eigen skills-tabel. Ook maken we een profiel voor de instromers. Als daar al enige match tussen bestaat, kan het niveau van het doelprofiel wat omhoog. Is er geen match, dan moet je realistisch zijn en wordt het doelprofiel wat bijgesteld.
Daarnaast is het belangrijk te werven en selecteren op motivatie, ontwikkelbaarheid, en juist ook op inzetbaarheid. Dat laatste wordt vaak overgeslagen en wordt er teruggegrepen op de werkeloze jonge antropoloog, psycholoog of socioloog. Maar waar aan voorbij wordt gegaan is dat die doelgroep in de eerste maanden na de bootcamp grote problemen kan hebben met zijn of haar inzetbaarheid. Die kan letterlijk alleen dat, wat hem of haar tijdens de bootcamp is geleerd. Soms loont het bijvoorbeeld meer om te werken met mbo-afgestudeerden, werkeloze ICT’ers of drop-outs met een aantoonbare affiniteit met ICT. Zij kunnen direct na de bootcamp ingezet worden in een rol in de ICT en groeien in de functie waartoe ze in de bootcamp zijn opgeleid.
2- De juiste mensen voor de klas
Niet iedere goede docent of trainer is ook geschikt het verzorgen van een bootcamp. Een bootcamp kent een ander tempo, maar ook een totaal andere structuur van opleiden. Deelnemers hebben minder of geen tijd voor huiswerk tussen de ‘lessen’ door bijvoorbeeld. Je zult de deelnemers dus echt bij de hand moeten nemen en door het hele ontwikkelproces heen moeten loodsen. Individuele aandacht is daarbij essentieel. Want als je als deelnemer tijdens een bootcamp de draad kwijt raakt, moet je daar als opleider direct op anticiperen, anders is er, met de tempo van een bootcamp, geen tijd meer deze achterstand in te halen.
Je bent dus als docent van een bootcamp eigenlijk veel meer een facilitator en people manager.
3- Veel praktijkruimte
Bij een bootcamp is het helder. Je zit een korte tijd bij elkaar en in die periode moet je alles leren om daarna aan de slag te kunnen als junior professional. Dan moet je kunnen overleven op de werkvloeren daar is veel meer voor nodig dan alleen praktische kennis. Tijdens de bootcamp wil je de toekomstige praktijksituatie dus zo veel en zo snel mogelijk effectief simuleren. Het liefst met echte praktijkcases, toekomstige klanten en toekomstige collega’s.
Veel bootcamps staan bol van de certificeringen. Mijn advies is altijd om dit zo veel mogelijk te voorkomen. Certificeringen dicteren in belangrijke mate wat je moet ontwikkelen en leren. Dat zijn niet altijd de meest praktische skills. Zo leer je met een Scrum cursus bijvoorbeeld niet hoe je met je team in Jira werkt, terwijl dat wel de situatie is waarin je scrum-skills zult moeten toepassen.
4- Individuele begeleiding
Zeker bij de intensiteit en het tempo van een bootcamp is het belangrijk om de deelnemer optimaal te begeleiden. NOVI adviseert altijd minimaal een drie-koppig coach-team per deelnemer, bestaande uit:
Een persoon die het leerproces in de gaten houdt en eventuele issues ten aanzien van de voortgang, motivatie en ontwikkeling van de deelnemer bespreekbaar maakt en oplost.
Een inhoudelijk expert die, naast het trainen, de studenten inhoudelijk begeleidt bij de praktijkwerkvormen en meedenkt over de invulling van de projecten.
En tot slot een begeleider van de opdrachtgever, die de deelnemer helpt te wennen aan zijn nieuwe werkomgeving, de dynamiek maar ook de markt waarin de deelnemer terecht komt.
5- Wees realistisch over het uitstroomniveau
“Ze zijn niet te vinden, dus gaan we ze maar maken”. In tijden van grote tekorten op de ICT-arbeidsmarkt lijkt dat vaak de beweegreden om te beginnen met een bootcamp. En daar is niets mis mee, maar houd wel rekening met het feit dat betreffende deelnemers niet uit de praktijk komen en dat ze dus meer te leren hebben dan alleen dat de inhoud van de bootcamp. Vaak ontbreekt het de deelnemers aan professionele skills en zijn ze niet gewend om zich in een vergelijkbare werkomgeving te bewegen. Daar moet je realistisch in zijn. Op het moment dat de bootcamp is afgelopen, begint de ontwikkeling eigenlijk pas echt. De bootcamp biedt de meest essentiële competenties en biedt een fundament waarop verder gebouwd kan worden, maar in het eerste jaar van de functie hebben de deelnemers nog veel begeleiding nodig op de werkvloer.
NOVI heeft veel ervaring met tal van verschillende bootcamps, zowel qua opleidingsvorm, inhoud van programma als doelgroep. En al die varianten brengen verschillende uitdagingen met zich mee.